donderdag 4 juni 2015

Mieren


Daar loopt hij op 8 poten op een gigantische ronde houten ondergrond. Stevig boven de aarde uittorenend op pijlers zo hoog als zijn ogen maar kunnen reiken. Hij of zij is een werkmier. Het hout en de pijlers vertegenwoordigen een solide mensentafel. Daar bovenop staat een porseleinen schotel zo groot als de halve wereld waarop een snee brood zo groot als een voetbalveld ligt te wachten op mijn verorbering.

De snee brood is volgestort met chocolade boomstammen, hagelslag. Dit alles is immens en adembenemend vanuit het perspectief van deze petieterige mier.

Dan zie ik hem lopen op de tuintafel. Hij loopt kriskras op zoek naar iets. Zijn reukorgaan, daar is niets mis mee. Zijn antennes zijn volop geprojecteerd op voedsel vergaring. Angst is niet in zijn DNA geprojecteerd. 8 poten hiermee wordt zijn prille torso op indrukwekkende wijze verplaatst als een ware Spiderman die over daken, gebouwen en flats springt, kruipt en vliegt.

Zo ook verovert deze Mighty Ant, mijn tafel. Dan dendert er een chocolade boomstam naast hem neer. In massa een veelvoud van zijn lengte en gewicht. Geen deuk in het houtwerk want de consistentie van hout en chocolade zijn in geen enkele verhouding met elkaar qua impact of soortelijk gewicht. Het kriskras lopen gebeurt niet zomaar. Systematisch analyseert deze mier dit onbekende terrein op voedseljacht.

Dan brengt zijn systematiek hem bij de chocolade boomstam. In een beet uit mijn brood eet ik gigantische hoeveelheden hiervan op en spoel ik deze weg met koffie voor mannen. Zwart en zonder toevoegingen van zoetheid of andersoortige romigheid. Zonder lepel, puur.

Dan volg ik de miezerig krachtpatser. Hij loopt naar de boomstam. Tilt hem moeiteloos op met zijn voorste 2 poten en draagt de stam minutenlang onvermoeid rond op de tafel. Hij is geslaagd in de dagelijkse missie van voedsel vergaring. Alleen de infra structuur speelt hem hier en nu parten. De tafel wordt bijna een altaar. Ik verlies hem uit het oog want hij kruipt systematisch verder over de tafel zonder pauze of onderbreking.

Ik lees verder in mijn krantenpagina, eet het voetbalveld brood op en spoel dit weg met de vloeibare zwarte melange. Het is zondagmorgen. Het is lekker weer, een beetje benauwd maar wel aangenaam.

Nadat ik weer terug kom aan tafel met mijn volgende kop zwarte melange is de chocolade boomstam verdwenen van tafel. De mier is ook foetsie. Dan zie ik de boomstam op de vloer van mijn terras liggen. De mier kruipt via de enorme tafelpoten omlaag en beneden gearriveerd gaat hij door met slepen aan de boom stam. Weer moeiteloos. Dan zie ik hem en zijn vracht uit mijn zicht verdwijnen. Hij is op weg naar huis naar zijn soortgenoten. Geen hebzucht maar overleven. Hij pakt alleen mee wat hij kan dragen. Niets meer.

Ik denk niet dat hij thuis ook maar een bedankje krijgt. Dat behoort hij gewoon te doen, het is zijn werk. Ook dat is kennelijk geprogrammeerd in zijn DNA onder zijn chitine pantser.

In verhouding is deze mier, de lichtste en sterkste krachtpatser maar ook de meest onbaatzuchtigste, die ik ken. Ook hij zal oorlogen met vijanden uitvechten om te overleven, ook zal hij wreed kunnen zijn indien nodig.

Maar na de overwinning gaan mieren verder met de orde en de waan van de dag om te overleven. Dit in tegenstelling tot ons mensen, toch!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten