zondag 28 december 2014

Sneeuwvlokje tegen wil en dank.


Het ontstaan van een sneeuwvlokje begint ergens, maar waar? Uitgeademde lucht, zweet- en angstdruppels, tranen van verdriet en blijdschap. Ook tranen veroorzaakt door plotselinge strenge opgetreden winterse koude. De mens produceert ontelbare tranen tijdens zijn of haar leven. Tranen beginnen in de ogen. Door blijdschap en emotie verlaten zij node ons lichaam, graag of door onvoorziene angsten. Tranen biggelen altijd langs de wangen omlaag naar de mondhoeken. Net als de skiërs op de springschans van Garmisch Partenkirchen, als parallelle gedachten wenk. De wind, de zon of de koude van de winter zorgen op natuurlijke wijze dat er iets met de waterlanders gedaan wordt als een laatste onaantastbare levenskans. Echter tranen kunnen niet sterven. Als een kameleon groeien zij mee in de seizoenen en veranderen en meanderen. Zij worden lichter dan lucht en opgezogen naar hogere, serenere en zuurstofrijke oorden en regionen. Daar zouden zij kunnen uitrusten en op hun lauweren en gaan teren op verkregen kansen. Maar druppels zitten vol leven en vol organismen. Zij veranderen gestaag door en ontwikkelen zich tot nieuwe vormen met oude bekende karakters. Ontplooien doen zij zich zonder opgelegde opdrachten, slecht en alleen aangedreven door de willekeur van de seizoenen op aarde.

Tranen hebben eerder het lichaam van de mens verlaten om uiteindelijk spontaan terug te komen als een witte stille dief in de nacht. Tijdens hun dans in de lucht kristalliseren zij tot ongekend mooie microscopische vormen. Hun genetica loodst hun richting aarde. Zij dwarrelen omlaag naar hun donor of tranenmaker.

Tijdens hun zoekvlucht passeren zij vele huizen en straten. Slechts en alleen om terug te keren naar de bron van hun bestaan. Zij passeren vele domussen, daar waar tranen massaal vloeien of gevloeid hebben door geluk, wanhoop, des pair, of uitzinnig lijden of door ongewild toegepast geweld. Daarbij constateren deze kameleon tranen veel eenzaamheid en afzondering van hun gewezen bron van bestaan. Nu nog resterend als een teruggetrokken component van de harde meedogenloze wereld.
Niet meer mee kunnen met de economische begrippen, maar meer moeten doen met veel minder materialisme is het onvrijwillig opgelegde dogma van geen keus hebben. Een ware onuitputtelijke bron van tranen en uiteindelijk sneeuwvlokjes.

De wind draagt de getransformeerde druppels nu mee als vrolijke lichtpuntjes in de vorm van sneeuwvlokjes, over landgrenzen tot zij uitkomen bij hun gebieder hun maker, de mens.
Daar nestelt het sneeuwvlokje zich gedwee als een markant uitkijkpunt tussen talloze andere sneeuwvlokjes op daken, zij hechten daarbij aaneen als een close familie. De koude is hun mantel, hun kracht. Zij brengen alweer warmte naar de mens.

De mens op zijn beurt is niet blij meer. Het is koud. De sneeuw van eigen DNA maakt alles glad en onbegaanbaar. Dan wordt de sneeuw bestreden met zout en machinale sneeuwruimers. De witte maagdelijke sneeuw eindigt als een grijze, vieze smurrie langs de kant van de weg om opnieuw het tijdelijke einde te vinden. Uiteindelijke dooi betekent een nieuwe waterige tranerige levensvorm, die verder gedwee afvloeit als een welwillend weeskind in menselijke riolen, de bodem in. Om daarna weer opnieuw voor leven te zorgen met hun gecombineerde onuitputtelijke waterigheid.
De mens zou beter moeten weten voordat zij haar hand opheft tegen de ongrijpbare- en gelukkig onaantastbare sneeuw.

You can shoot the snow but you can’t kill it, no way!

Just like a unicorn van Cosmic Carneval  


woensdag 24 december 2014

Shimano



Mijn eerste gedachte bij de foto van Jacco is die van een geleide weerstand in geknechte vorm. Met uiterste precisie naadloos in mekaar gedwongen en met kracht, muurvast geklonken. Tanden maken op slaafse wijze deel uit van snelheid bevorderende slagkracht. Sterke metalen identieke schakels beproeven koortsachtig de verzorging van de overdracht van energie en vitesse. De snelheid wordt door de mens been-matig opgejaagd via gedifferentieerde omwentelingen rondom de as. De weerstand als in de wet van Newton, heeft enigszins vat op dit mechanistisch bolwerk.

Vanaf een groter afstand bekeken lijkt dit ogenschijnlijke tandwiel-blok op een perpetuum mobile, denkbeeldig apparaat dat eenmaal in beweging uit zichzelf blijft bewegen en energie kan opwekken uit het niets. Slechts en alleen de aarde schijnt hiertegen weerstand te kunnen oproepen door tegendraadse seizoenen in het strijdperk te werpen waardoor een tegenstroom geforceerd kan worden.
Het materiaal dan. De vroegere mensheid is zoekende om iets te fabriceren dat niet een, twee drie kapot gaat. Proefondervindelijk vastgesteld is destijds gebleken dat niet de dikste opeen gestapelde magnetische metaalmix het sterkste is, maar wel de fijngevoeligste beproefde metaallegering. De onverwoestbare samoerai zwaarden als voorbeeld. Zij zijn gekneed, gemengd, gehard met zuurstof, water en vuur tot een nagenoeg onverwoestbaar snedig geheel.

Samoeraizwaarden en Shimano, ten slotte. Allebei ideeën uit Japan, sterk, gewild, meedogenloos en vooral tijdloos.

Ik denk nu alweer fantasievol maar alweer anders over deze foto!

Fijne dagen samen, wensen Jacco en ik U allen

Tekst: Han Tummers
Foto:  Jacco Bezuijen

zondag 7 december 2014

Bladerig tafereel

 

Je hangt je hele leven lang spartelend en bloeiend aan een boom. Met een arm houdt je je vast opdat je niet naar beneden valt. Je denkt dat je een geheel bent met je grote robuuste houten vriend. De waarheid is net iets anders. Jij bent de onwetende beschermengel. Met alles wat in de lucht en in het licht langskomt of op je bladbody schijnt doe jij je voordeel ten behoeve van anderen, als een ware spons. Jij bent zo flinterdun, zo smal waardoor jij niet eens plaats hebt om iets van voeding of geluk op te slaan. Je egoïstische grote houten vriend maakt dankbaar gebruik van jouw capaciteiten en energie, waardoor hij in volle glorie praalt, straalt en groeit. Dat noemt men nou een onbaatzuchtige symbiose. Jij bent getorpedeerd tot een heel nietig sociaal wezentje, in elke vezel van je “blad”.

Nou ja nietig, zonder jou geen boom geen zuivere lucht geen voeding en ga zo maar door. Zelfs dood zorg je voor voeding, luchtigheid en bescherming in of op de bodem.

Eigenlijk heb jij met jouw arm die de boom in een charmante greep - welke met zijn wortels diep in de grond de aarde wortelt- en daarmee de hele wereld in je futiele greep.

Jouw arm wordt moe en raakt leeggezogen als een klein overblijfsel wat eens een parmantig groen levend blad is geweest. Dan val je van je troon, je uitzicht. Jouw lijf dwarrelt als een licht perkament achtig veertje omlaag. Dit keer in de vorm van een uitgestoken hand. Nota bene op een ijzeren tralie gestel van jewelste. Ook hier zal je geen stand kunnen houden. Weggeveegd door mensen of meegewaaid met een zuchtje wind in een willekeurige richting. Onder een haag weggemoffeld of in een kliko gestopt!


Dankjewel wereld

Tekst: Han Tummers
Foto:  Jacco Bezuijen